maandag 7 maart 2011

6 Toerisme naar Turkije

Deze opdracht is gemaakt tijdens het college vakdidactiek van de tweedejaars studenten van de lerarenopleiding van Windesheim op 7 maart 2011. De studenten achten de opdracht geschikt voor een HV3 klas, met gebruikmaking van internet.


De grootte van de toeristenstroom van Nederland naar Turkije laat grote schommelingen zien door je jaren heen. Waardoor wordt dit beïnvloed? Print de grafiek uit en
Zet de nummers van de volgende uitspraken op de juiste plek in de grafiek.
1 Het gaat goed met de  Nederlandse economie.
2 Turkije wordt kandidaat-lid van de Europese Unie
3 Corendon, een reisbureau dat is op Turkije richt, gaat Nederland vakanties ver.
4 Onrust in Cyprus tussen Turkse en Griekse deel bij de toetreding van Grieks Cyprus tot EU.
5 Israël en Libanon voeren oorlog.
6 Veel mensen zijn een paar keer naar Turkije geweest en gaan nu naar Egypte, Thailand o.i.d.
7 Er komen steeds meer Russen naar de toeristencentra in Turkije.

Beantwoord daarna de volgende vragen.
Welke uitspraken vind je moeilijk te plaatsen?
Waarom zijn die uitspraken moeilijk te plaatsen?
Welke uitspraken vind je makkelijk te plaatsen?
Waarom zijn die uitspraken makkelijk te plaatsen?
Vergelijk je antwoorden met een medeleerling. Leg uit waarom je je keuzes zo hebt gemaakt.
Bespreek daarna met de hele klas de antwoorden.


woensdag 19 januari 2011

4 Een rijkere en gezondere wereld

Bekijk dit filmpje.


  1. Schrijf drie ontwikkelingen op, die je belangrijk vindt in het filmpje.
  2. Wat veroorzaakt "schokken" in de ontwikkeling van landen.
  3. Wat valt je op aan de ontwikkeling van Nederland als je let op de gezondheid (levensverwachting)?
  4. Wat valt je op aan de ontwikkeling van Nederland als je let op het inkomen?
  5. Kies een werelddeel en beschrijf hoe dat werelddeel zich ontwikkelde tussen 1800 en nu ten opzichte van andere werelddelen. Gebruik daarvoor ongeveer 100 woorden.
  6. Wat vertelt het filmpje je over de verschillen tussen de landen (nu)?
  7. Bedenk hoe dat vroeger was.
  8. Bedenk hoe de toekomstige ontwikkeling van inkomens in de hele wereld eruit zal zien. Licht je antwoord toe in ongeveer 50 woorden.
  9. Bedenk hoe de toekomstige ontwikkeling van levensverwachting in de hele wereld eruit zal zien. Licht je antwoord toe in ongeveer 50 woorden.

woensdag 27 oktober 2010

3 Jaar van de biodiversiteit

Deze foto is gemaakt in 2010, het jaar van de biodiversiteit. Deze verticale tuin hangt aan het gebouw van het Europees milieuagentschap aan Kongens Nytorv in Kopenhagen.




Bekijk de foto goed.
  1. De foto werd rond 12.00 uur gemaakt. Bedenk aan welke kant (noord, oost, zuid, west) van het gebouw deze hangende tuin hangt.
  2. Leg uit waarom die keuze is gemaakt.
  3. Hoe kun je dat op deze foto zien?
  4. De planten in de bakken in deze hangende tuin zijn afkomstig uit de gebieden waar ze op de kaart van Europa in deze "tuin" zijn geplant. Zoek Kopenhagen op in de atlas. Bedenk voor welke planten het bijzonder is, dat ze in deze "tuin" groeien.
  5. Zoek in de atlas een kaart die lijkt op deze kaart.
  6. Schrijf minstens 6 vegetatiegordels op, die op de kaart in de atlas en in de "tuin" te herkennen zijn.
  7. Zoek op internet bij iedere vegetatiegordel een voorbeeld van een plantensoort, die je in deze "tuin" zou kunnen planten. Wat betreft grootte moet het dus een plant zijn die in de plantenbakken past. Schrijf van iedere plantensoort in elk geval de naam op en een korte beschrijving. Kopieer er een foto van de plant bij.

woensdag 20 oktober 2010

2 Sluizen

Deze foto is gemaakt bij het Welland Canal.


  1. Zoek het Welland Canal op in de atlas. Tussen welke meren ligt het kanaal.
  2. In welk land ligt het kanaal?
  3. Bekijk op de kaart goed de hoogte- en dieptecijfers van de meren. Reken uit hoe groot het hoogteverschil tussen deze twee meren is.
  4. Naar welke zeer grote Amerikaanse stad varen de schepen die het Welland Canal passeren?
  5. Hoe groot is het hoogteverschil tussen het hoogstgelegen meer waar dit kanaal in uitkomt en het meer waar die stad aan ligt?
  6. Is het logisch dat het kanaal in het land dat je bij vraag 2 antwoordde gegraven is? Leg je antwoord uit.
  7. Bedenk waarom voor deze ligging van het kanaal gekozen is.
  8. Bekijk de foto. Hoeveel sluizen zijn er op deze foto te zien?
  9. Er zijn zeven sluizen in het kanaal. Reken uit hoe groot de gemiddelde opvoerhoogte van iedere sluis is.
  10. Schat hoe groot het hoogteverschil is, dat je op deze foto ziet.
  11. Schat ook hoe groot (hoog) het schip is, dat je in de sluis ziet.
  12. Het Welland Canal is evenwijdig gegraven aan de natuurlijke waterweg. Waarvan is deze natuurlijke waterweg bekend.
  13. Zoek op internet een foto van en informatie over die natuurlijke waterweg.
  14. Hoe groot is het hoogteverschil daarvan?
  15. De Rijn is de belangrijkste rivier voor de scheepvaart in Europa. Bij Schaffhausen ligt een waterval in de Rijn. Het water valt daarn 23 meter naar beneden. Zoek Schaffhausen op in de atlas.
  16. Bij Schaffhausen kunnen vrachtschepen de waterval niet passeren via een kanaal. Leg uit waarom er bij Schaffhausen geen kanaal is gegraven, en in Canada wel.

1 Supermarkt

Bekijk deze foto en maak daarna onderstaande vragen. De foto is gemaakt in de zomer van 2010 een supermarkt in Oudenbosch. Je kunt op de foto klikken voor een vergroting (zodat je de verpakkingen nog beter kunt lezen).

  1. Zoek Oudenbosch op in de atlas. In welke provincie ligt Oudenbosch?
  2. Hoeveel inwoners heeft Oudenbosch ongeveer? (Gebruik de algemene legenda in de atlas)
  3. Wat voor soort producten zie je op de foto?
  4. Aan welke landen denk je bij de producten links op de foto?
  5. Aan welke landen denk je bij de producten rechts op de foto?
  6. Waar woon jij?
  7. Vind je deze producten ook in jouw supermarkt?
  8. Koop of gebruik je deze producten zelf wel eens?
  9. Bedenk of de producten links op de foto worden gekocht door mensen die al lang in Oudenbosch wonen.
  10. Bedenk of de producten links op de foto worden gekocht door mensen die al lang in Oudenbosch wonen.
  11. Bedenk wat de klanten die nog niet lang in Oudenbosch komen, en die deze producten kopen, in Oudenbosch komen doen. Zijn het toeristen, vluchtelingen, werknemers.
  12. Welke kaart in de atlas kun je gebruiken om je keuze bij 11 uit te leggen?